Boere Jonkerbuurtverhalen

Mevrouw Veerman en haar buurman Willem

Mevrouw Veerman en buurman Moreels wonen in de Boere Jonkerstraat op een paar huizen afstand van elkaar. Ze pleiten ervoor om de buurt Boere Jonkerbuurt te noemen naar de molen die er ooit stond. Slachthuisbuurt vinden ze geen goede naam, het slachthuis is weg en zo leuk was het niet dat die er stond. 

Mevrouw Veerman woont al 53 jaar in dit huis. Ze is opgegroeid aan de overkant. Haar overleden man werkte vroeger bij Goed Wonen, de eigenaar van de woningen. Later ging Goed Wonen op in Patrimonium uit Amsterdam en dat fuseerde weer met Rochdale. Zelf heeft ze bij Hilko gewerkt, de zeepfabriek. En later bij Ons Aller Belang, de buurtvereniging. Beiden aan de Oostzij, op een steenworp afstand van haar huis. Straatgenoot, Willem Moreels heeft een betonfabriek gehad. 

Projectcommissie

Veerman en Moreels zitten beiden in de projectcommissie die met Rochdale overlegt over de plannen met de 59 eengezinswoningen. Ze weten dat Rochdale voorkeur heeft voor sloop en nieuwbouw. Ze willen wel heel graag weten wat er voor terugkomt en of het allemaal wel goed komt met de herhuisvesting en terugkeer in de buurt. 

“Mijn buurman ga ik het meest missen,” zegt mevrouw Veerman, “Dat is echt een goudhaantje voor mij; als er iets moet gebeuren dan doet hij het voor mij. En hier het rijtje, zomers zitten we met elkaar met een hapje en een drankje, dat ga ik wel missen. Als het allemaal te lang duurt om terug te keren dan wil ik naar Westerkoog, daar staan allemaal flats. Lekker gelijkvloers. Ik ben te oud voor een eengezinswoning. Dan heb ik een balkon en daar zet ik dan wat planten neer. Dan hoef ik me niet meer te ergeren aan het onkruid."

Tuinfeest

Vroeger was het een leuke buurt, de achterdeuren stonden open. Je kwam bij iedereen en je kende elkaar. Nu vind ik het niet zo leuk meer. Dit rijtje is nog wel van de oude stempel, je helpt elkaar. Maar in de andere straten weet je niet meer wie er woont. Mensen praten niet met elkaar. Die jongeren vinden dat niet zo nodig meer, denk ik. Dat snap ik wel, tijden veranderen. Het contact met de mensen wordt gewoon minder. Dat vind ik wel jammer. 

Elk jaar hadden we hier een tuinfeest. Dat organiseerden wij met een groep helemaal samen en iedereen kwam. Dat was leuk hoor, met allemaal tenten en een ijskast en hangtafels. Natuurlijk een BBQ, opblaaskastelen, een stukje muziek erbij en zelfs een zanger. Je sprak nog eens wat mensen die je anders niet spreekt. In het begin kregen we geld van Welzijn, dan hoefden mensen niets te betalen. Daarna vroegen we wel wat geld voor het vlees en toen werd het steeds minder. 

Nou hebben we het twee jaar geleden nog eens geprobeerd, overal langs geweest en toen zouden er elf mensen komen. Toen zeiden we: nou stoppen we ermee. Aan de deur vroegen ze: “Komt die en die? Want dan kom ik niet.” Dan hebben ze ruzie met elkaar, dan heb je er al geen zin meer in. Dat ken ik ook helemaal niet van vroeger. De mensen waren veel gemakkelijker en misschien meer hetzelfde. Nu werken ze buiten de wijk en in het weekend hebben ze het druk. 

Laatste keer

We hebben ook nog eens wat georganiseerd met de projectcommissie om te horen wat de mensen willen. Het was bij Quo Vadis aan de Oostzij. Het was mooi weer, we konden met zijn allen op het dakterras. We gingen langs de deuren. Overal papiertjes in gegooid. Toen kwamen er maar 22 mensen!  Je wordt wel eens boos; ze hebben overal commentaar op, maar dan organiseer je eens wat en dan komen ze niet. Maar het organiseren van die tuinfeesten was altijd heel leuk. We hadden allemaal een taak en we ruimden het ook meteen weer helemaal op. We hadden het er heel druk mee, maar dat maakte je niet uit, het is gezellig en daar doe je het voor. Het is zo jammer dat het niet meer is. We hebben het er wel weer over, misschien volgend jaar toch nog een keer, het laatste tuinfeest voor de buurt?