Home Over ons Nieuws & publicaties Laatste nieuws

Rochdale en leefbaarheid: ‘We staan voor een sterke buurt, waarbij het niet uit moet maken waar je opgroeit’

Leestijd: 6 min
Werken aan sterke buurten is een van de ambities van Rochdale. Het moet niet uitmaken waar je woont of opgroeit. Overal moet je volwaardig kunnen meedraaien in de samenleving. Maar op sommige plekken in Amsterdam staat de leefbaarheid onder druk. Hoe houdt Rochdale de Amsterdamse buurten, waaronder Nieuw-West, leefbaar? We gaan erover in gesprek met collega’s Ronald van Dijk, projectmanager Wonen, en Redouan Amhaouch, Buurtcoördinator in Slotermeer.

“De primaire taak van Rochdale is het bieden van goede, passende woningen”, begint Ronald zijn verhaal. “En tegelijkertijd weten we ook dat het gaat om meer dan alleen het bieden van die goede woning. Het gaat ook over een schone en veilige leefomgeving. Een omgeving waar mensen kunnen functioneren en stappen kunnen maken in hun leven.” “Leefbaarheid betekent ook dat er genoeg goede winkels en voorzieningen zijn en dat er scholen zijn die functioneren. Dat er opvangplekken zijn waar een oudere een kopje koffie kan drinken of waar een jongere hulp kan vinden als hij of zij dat nodig heeft”, vult Redouan aan.  

Het gesprek voeren

Leefbaarheid verhogen is een doel waar Rochdale graag aan bijdraagt. Ronald: “Want je kunt net zo’n goede woning hebben, maar als deze op een plek staat waar het onveilig en vervuild is, waar misschien drugsoverlast is en geen bus stopt, dan woon je niet fijn.” Een van de rollen van Rochdale is het voeren van het gesprek met bewoners, maar ook met andere (maatschappelijke) partijen. Bijvoorbeeld wanneer het gaat om veiligheid in de buurt. Redouan: “We spreken dan met een wijkagent, de gemeente en met jeugdorganisaties.”

De afdeling Buurten binnen Rochdale staat als geen ander voor die leefbaarheid, in samenwerking met een heleboel collega’s. Ronald: “Dat we zo’n grote afdeling hebben met wijkbeheerders en buurtcoördinatoren, komt doordat we leefbaarheid hoog in het vaandel hebben staan. ‘Sterke buurten’ is binnen onze organisatie dan ook een veelgehoord begrip.”

Een buurt in evenwicht

Een sterke buurt wil zeggen dat een buurt in evenwicht is. Redouan legt uit: “Ik denk dat leefbaarheid de basis is, waarbij je vervolgens gaat kijken naar een sterkere buurt. Daarbij speelt ook de sociaaleconomische positie van de bewoners een rol. Dat betekent dat we moeten samenwerken met andere partijen. Dit is niet per se de taak van een corporatie, maar wel belangrijk. Het een kan niet zonder het ander: als het sociaaleconomisch slecht gaat met veel bewoners uit één buurt, dan zie je de leefbaarheid vanzelf achteruitgaan. En als de leefbaarheid onvoldoende is, dan zul je zien dat het sociaaleconomisch ook niet zo goed gaat met bewoners. Het beïnvloedt elkaar.”  

3-0 achter

Uiteindelijk heeft een woningcorporatie ook een maatschappelijk doel en dat is het welzijn van mensen, op meerdere vlakken. Ronald: “Vanochtend kwam er een schoolklas op bezoek in de Van Deysselbuurt (Nieuw-West) voor een oriëntatiestage. Ook zo dragen we bij aan een sterke buurt, omdat we de leerlingen proberen mee te geven goede keuzes te maken en zich te ontwikkelen in hun leven. ‘En vergeet je vooral niet in te schrijven op Woningnet, als je 18 wordt!’ zeggen we dan tegen ze. Want ook dat is een groot probleem, wanneer je dit vanuit huis niet meekrijgt. Dan sta je gelijk 3-0 achter als jongere.”

Maatwerk

De lijst met acties voor een leefbare, sterke buurt is lang. En die lijst verschilt per buurt en zelfs per gebouw, want het is maatwerk. Iedere wijk kent een andere samenstelling van mensen en huishoudens. Dat uit zich overal in andere sociaal-maatschappelijke problematiek. Redouan geeft een voorbeeld: “50% van de bewoners in de Van Deysselbuurt is laaggeletterd. Hier ligt een belangrijke uitdaging voor communicatie, die in andere wijken misschien minder aan de orde is.”

Redouan vervolgt: “Het is daarom belangrijk dat wij midden in de wijk zitten met een buurtpunt. Bewoners kunnen hier op laagdrempelige wijze binnenstappen met een (hulp)vraag of (reparatie)verzoek. Een vakman voert klussen direct uit en de wijkbeheerder voert een gesprek met een bewoner om te kijken of er nog meer nodig is (zoals een sociale hulpvraag). Als die er is, hebben we een kort lijntje met het Sociaal Buurtteam. Uiteraard vragen we altijd toestemming van bewoners voor het delen van info met het Buurtteam.”

Om te komen tot een sterke buurt die past bij de bewoners, moet je de omgeving goed begrijpen. Redouan legt uit: “Bijvoorbeeld door een data-analyse te doen, maar ook door de inzet van een buurtcoördinator en wijkbeheerder. Van alleen data krijg je nooit een totaalbeeld, je moet een sterk netwerk hebben voor het verzamelen van de juiste informatie.”  

Sociaaleconomische broedplaatsen

In de Van Deysselbuurt vindt op dit moment een grote vernieuwing plaats. Redouan vertelt: “In deze wijk gaan we heel veel slopen, renoveren en bouwen. Dat brengt bepaalde kansen, maar ook uitdagingen met zich mee. We gaan veel woningen voor jongeren realiseren, dus dat creëert een kans om met jeugdorganisaties om tafel te gaan. Hoe kunnen we de jeugd vooruithelpen? Maar ik denk ook na over de praktische zaken: er zal tijdens het vernieuwingsproject meer grofvuil aanwezig zijn en er zal meer schoongemaakt moeten worden. De buurt moet op ieder moment leefbaar blijven, ook tijdens een verbouwing.”

Ronald vult aan: “Ik vind het in deze wijk heel bijzonder dat we bezig zijn met het stimuleren van de buurteconomie. En dat brengt ons bij de sociaaleconomische broedplaatsen: de zogenoemde maakzaken in de Van Deysselstraat. Hier bieden we, in samenwerking met Cascoland, bewoners de kans om met hun startup het ondernemerschap uit te proberen. Dit zijn vaak mensen die vanuit huis al het een en ander doen, zoals naaien of het repareren van fietsen. Uit dit voorbeeld blijkt dat we echt staan voor een sterke buurt, waarbij het niet uit moet maken waar je opgroeit.”

Hier en nu, groot en klein

Rochdale kijkt niet alleen naar de verre toekomst, maar ook naar het hier en nu. Ronald: “Zoals de opening van een tijdelijke jeugdbuurtkamer in een leegstaand pand waar de jeugd terecht kan en waar jeugdorganisaties kunnen samenwerken. Tegelijkertijd moeten we er ook voor waken dat we niet alleen met kortdurende projecten bezig zijn, maar ook met verduurzaming”, voegt Ronald toe.

Alle bijdragen aan leefbaarheid, zowel groot als klein, zijn van belang. Ronald: “Het bezoek van een schoolklas is net zo relevant als de realisatie van een nieuw buurtcentrum. En daarom is het palet aan activiteiten ook zo groot. Het een kan niet zonder het ander bestaan. Ik denk dat de corporatiewereld daardoor ook zo’n interessante wereld is, de dynamiek op verschillende vlakken. Die bakstenen plaatsen, dat is eigenlijk nog maar een heel klein deel van het werk. Want leefbaarheid, dát is waarvoor we als corporatie in het leven zijn geroepen.”